• <<< Terug

In St.-Hubert staat een huis

Zelfs het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk toonde zeer veel interesse in opzet en bouw van het nieuwe gemeenschapshuis in St.-Hubert, dat daar voor Vermeulens Systeembouw in een record tijd uit de grond werd gestampt. Niet alleen het Stichtingsbestuur maar iedere inwoner van St.-Hubert, van jong tot oud, is razend trots op hun gemeenschapshuis.
De financiële aktie werd een groot succes dank zij de benadering van de inwoners  door  het Stichtingsbestuur: zonder veel poeha.

Er werd open kaart gespeeld:   „kijk jongens, DIT is de begroting en DAT moeten we zelf nog betalen”. Dankzij  de zeer enthousiaste en gulle St.-Hubertnaren kon men f 5.000,- op halen. Het mag nog wel even gezegd  worden: er heeft nooit een omheining gestaan, bouwmaterialen lagen voor ‘t grijpen,   „maar”,   aldus  een  zeer   enthousiaste  Heer Althuizen, voorzitter van het Stichtingsbestuur, „er is nog geen steen weg”.

Er is duidelijk behoefte aan een plaats van samenkom: iedereen leeft bijzonmee en vooral ook de bejaarden van St.-Hubert wachten vol spanning op het moment dat ‘t gebouw geopend wordt.
Maar de tijd nadert snel, men hoopt rond de jaarwisseling het gebouw in gebruik te kunnen nemen, terwijl de officiële opening waarschijnlijk in april zal plaatsvinden. Dat het bestuur een razend drukke tijd heeft gehad behoeft wel geen betoog. Maar ook nu is er nog heel veel te doen. De inrichting van zo’n gebouw is geen kleinigheid en kost handen vol geld. Er moeten dan ook bedrijven af gesjouwd worden, naar vakbeurzen, prijzen vergeleken worden. Natuurlijk zit het nog moeilijk met de financiën.
Om een paar voorbeelden te noemen: ‘n geluidsinstallatie kost minimum f 5.000 en een mobiel podium minimum f 8.000. Maar iedereen is zo enthousiast dat ook dat geld er wel zal komen. „Niet alleen alle waardering voor de inwoners, maar ook geweldige waardering voor het vertrouwen van –en de samenwerking met de gemeente”, zo zei de Hr. Althuizen.
En, dat schijnt in St.-Hubert een gewoonte te zijn, hij vertelt dan maar niet dat het al zijn vrije tijd kost, dat hij het in zijn vakantie nog drukker heeft dan anders en nog wordt het hem niet te veel. Al rondstappend door het gebouw ziet hij het al helemaal zitten. Hij ziet de bejaarden kaarten bij een lekker kopje koffie en hij hoort de geluiden van de gymende jeugd al in de gymzaal. Hij geniet intens van het enthousiast meeleven van iedereen. Veel suggesties zijn er ook binnengekomen op het verzoek ‘n goede naam voor het gebouw te bedenken, daar is men echter nog niet helemaal uit. Ik zou er nog een suggestie bij willen doen: ik zou het „Althuis” noemen.

Reacties zijn gesloten.