• <<< Terug

Zang en toneeluitvoering St. Hubert

De Horsters spelers met ,,Leotientje”
Zaterdagavond was de zaal der kinderen Verbruggen te Sint Hubert tot in de uiterste hoeken bezet toen het bekende dameskoortje klaar stond om enkele nummertjes ten beste te geven. Links van het toneel prijkte ‘t club-vaandel, versierd met de medailles uit Culemborg. Want al noemen deze dames zich maar bescheiden „Dorpsstemmen”, ‘t neemt niet weg dat ze onder leiding van hun kundige directeur, de heer Jonge, in de wereld der koormuziek een hoogte bereikt hebben die hun misschien door vele amateurs wordt benijd.
In elk geval bleek deze avond opnieuw dat ze hun bekendheid niet voor niets hadden veroverd. Men hoeft dit koortje maar te zien zingen om overtuigd te zijn dat er wekelijks aan zangscholing wordt gedaan. Het publiek was vooral enthousiast toen het, na ‘t spel, de bekende „Donau” te horen kreeg, al kon ons die begeleiding der fanfare maar half bekoren.
Dit dameskoortje heeft weer eens bewezen dat ‘n kleine plaats in sommige dingen groot kan zijn. ‘t Was wel merkwaardig dat ‘t nu juist de Horster spelers moesten zijn die op deze avond ‘t spel verzorgden. Want wat voor St. Hubert geldt op muzikaal gebied, dat gaat voor Horst op van toneeloogpunt uit.
Als we ons niet vergissen dan is Horst, naast Venray, het brandpunt der toneelcultuur in Noord-Limburg. Niet alleen omdat alleszins kundige regisseurs (Antoon Sweers, Dr. Bekkers e.a.) bij de Horster spelers hebben gewerkt, maar vooral omdat deze groep ‘n goed aantal talentvolle spelers kent.
En de voornaamste oorzaak is misschien wel van de nooit vermoeide heer Keysers, hun vaste regisseur. We herinnerden ons nog ‘t prachtige snel van „Genesius” toen ze dat ‘t vorig jaar bij gelegenheid van de sluiting van ‘t Gennepse toneelconcours voor ‘t voetlicht brachten en onze verwachtingen waren daarom hoog gespannen. Het klinkt als ‘n cliché als we schrijven dat deze verwachtingen verre zijn overtroffen”, maar ‘t is inderdaad de waarheid.
De spontane en frisse reactie waardoor ‘t amateurswerk soms boven ‘t beroepsspel uitstijgt was hier elk spelmoment merkbaar. Vooral Isidoor, de pastoor en Leontientje wisten op dit gebied verbazend schone dingen te doen. Isidoor wist zó keurig de charmeur te spelen en tegelijk zó intens „de libertijn” te vertolken, dat we ons verbaasd afvroegen of we nog met amateurs te doen hadden.
We mogen veilig schrijven ‘n dergelijke kracht bij amateurs zeer zelden ontmoet te hebben. En wat moeten we schrijven over „Nonkel Pastor” —?
Hij noemde één van zijn wijntjes „het vierde geschenk der Drie Koningen”, maar ’t publiek was het er over eens dat deze pastoor zelf een geschenk voor zijn omgeving kon genoemd worden. De Vlaamse gezapigheid van Timmermans z’n tekst
heeft blijkbaar ‘n steuntje gevonden in de Limburgse gemoedelijkheid van deze acteur, zodat er ‘n alleszins aanvaardbare pastoorsfiguur op de planken kwam. Ook Leontientje zagen we heerlijk spel leveren. Het hele stuk door wist zij het lieve, naïeve meisje te spelen dat de schrijver zich voor de geest gehad moet hebben. Dit zonder charge en coquetterie te doen verdient ‘n bijzondere prestatie te heten. Ook van de bijfiguren kan heel veel goeds gezegd worden, al hebben de besproken spelers wel ‘t hele stuk geschraagd. Wanneer we „dichter”
waren net als Isidoor, dan zouden we zeggen — aldus deze avond resumerend —: „’t was ‘ne schone avond… lijk ‘n liederenboek …. waarop iedere
„speelman” z’n ziel kapot wist te spelen”! —
De grime van ‘t echtpaar Verhoeven was zoals gewoonlijk goed verzorgd, al hinderden ons die baarden en snorren van Gommaar en de doktoor! — REFLECTOR

Reacties zijn gesloten.