Op 30 juni 1849 wordt de boedel van wijlen Cornelis Hubers (ca 1767-1849) en zijn echtgenote Maria Hubers (ca 1775-1843) verdeeld. Het echtpaar heeft acht kinderen. De zoons Gerardus (*1806) en Martinus (*1816) erven de boerderij.
Op 5 maart 1851 verkopen zij de boerderij voor fl 1600 aan Hendricus Kuijpers (1807-1890), landbouwer te Linden. Hij is gehuwd met Gijsberdina Derks (1805-1868). Het echtpaar krijgt vier kinderen; Johannes, Hendricus, Peter en Maria.
In september 1870 wordt, na het overlijden in 1868 van Gijsberdina, de boerderij openbaar verkocht in de herberg van Cornelis Verbruggen.
Zoon Peter (1841-1895) koopt het pand voor een bedrag van fl 4110. Na het overlijden van Peter Kuijpers en zijn vrouw Hermina vd Vollenberg in 1892 blijven twee dochters achter: Gijsberdina Maria (19 jaar) en Maria Hendrika (18 jaar).
Gijsberdina Maria (1876-1930) trouwt in 1912 met Hendricus Hendriks (1880-1934) en zij blijven daar wonen.
In 1931 verkoopt Hendricus Hendriks het onroerend goed voor fl 9000 aan Wilhelmus Jacobus van Els (1903-1990) uit Langenboom.
Jan Peeters, Pastoor Jacobsstraat 81, koopt in 1970 de grond en het huis wordt dan verkocht aan Dirk Cornelis Douwes, landmeter. Wilhelmus Jacobus van Els verhuist naar Wethouder Lemmenstraat 4.