de Witweg 10
Volgens het kadaster is op het perceel waarop tegenwoordig de Witweg 10 staat in 1840 een huis gebouwd. Het stond verder van de weg af en meer in de richting van de Oude Wanroijseweg.
De eerst bekende bewoner is Jacobus van Dijk (1803-1881), die in 1830 trouwde met Wilhelmina vd Ven (1804-1888). Hij kocht de grond van de gemeente Mill en was waarschijnlijk de bouwer van het huis.
Zij kregen 14 kinderen, waarvan er 8 op zeer jonge leeftijd overleden. In 1874 geeft Jacobus van Dijk zijn huis in onderpand voor een lening.
Na het overlijden van Wilhelmina vd Ven in 1888 wordt het pand door de nog in leven zijnde kinderen in januari 1889 in het openbaar verkocht voor fl 496 aan Hendrikus Fleuren, landbouwer te Sint Hubert.
Volgens het kadaster komt het pand nog hetzelfde jaar in het bezit van Peter Johannes Lamers, grootgrondbezitter en woonachtig op de Voordijk 23. In 1890 komt hij te overlijden waardoor zijn 7 kinderen het pand erven. In 1895 wordt de nalatenschap van Peter Johannes Lamers verdeeld en blijft het onroerend goed gezamenlijk eigendom van de kinderen.
Op 29 december 1900 verkopen de kinderen Jacobus, Marianus en Ida Lamers het pand voor fl 600 aan Petrus de Wit, (1845-1933) slijter en landbouwer te Mill. Hij gaat hier een nieuw huis bouwen.
In 1909 wordt na het overlijden de echtgenote van Petrus de Wit, Adriana v/d Akker (1839-1909), de nalatenschap verdeeld tussen de Petrus en de drie nog in leven zijnde kinderen: Hendrika (1873-1948), Wilhelmus (1877-1945) en Lambertus ((1880-1926). Petrus de Wit voor fl 3000 eigenaar.
In 1910 verkoopt Petrus de Wit het onroerend goed voor fl 3260 aan Wilhelmus Bens, die in 1911 trouwt met Gradina Kremers (1884-1964). Uit dit huwelijk worden 7 kinderen geboren:
Petrus(1912), Gertruda (1914), Johanna (1916), Maria (1918), Martinus (1920), Antonius (1924) en Petronella (1927).
In 1971 wordt zoon Martinus eigenaar .
In 1976 wordt het huis verkocht aan Marinus de Wit, die het in hetzelfde jaar verkoopt aan Gerrit de Haan, manegehouder.