Hapsedijk 6
Familie Overbeek zijn de eerst bekende bewoners van Hapsedijk 6.
Cornelis Jans van Overbeek (1729-1822)en zijn vrouw Geertruij Thijssen (1731-<1822) hadden twee zonen , Jan en Mathijs, die na hun overlijden het huis erfden. Op 9 maart 1832 verkopen zij het onroerend goed in het openbaar.
De hoogste bieder is Thomas van Duijnhoven die het koopt voor fl 3820. Hij koopt het in opdracht van Francis van Lanschot (1768-1851), koopman te ’s Hertogenbosch. Na zijn overlijden in 1851 wordt zijn zoon Henricus van Lanschot (ca 1797-1887) eigenaar.
Henricus overlijdt in 1887; in 1888 vindt de verdeling van de boedel plaats en het pand aan de Hapsedijk wordt toebedeeld aan zijn neef Charles Tilman (1833-1897), zoon van de zuster van Henricus, Catharina (1801-1877).
Charles Tilman overlijdt in 1897 en zijn broer Franciscus (1835-1904) en zijn kinderen worden dan de nieuwe eigenaars. Een van de kinderen, Paul Tilman (1885-1944) verkoopt het huis in 1918 aan Johannes Cornelis Verberk (1875-1960) uit Rijkevoort. Omstreeks dezelfde tijd koopt hij ook het pand Voortsestraat 44 waar hij ook gaat wonen (zie aldaar).
Tussen 1832 en 1920 is het huis aan de Hapsedijk door diverse families bewoond geweest.
Vanaf april 1893 tot eind 1901 woonde hier Gerardus Cornelissen (1865-1949) gehuwd met Petronella Baltussen (1866- 1933 ) en zeven kinderen.
Daarna heeft Johannes Geene (1872 -1957)uit Wanroij , gehuwd met Gerarda Fransen (1873-1956) hier met hun kinderen tot 1920 gewoond.
In 1919 verkoopt Johannes Verberk het huis alweer aan Hendrikus Hendriks (1870-1957) landbouwer te Sambeek. Hij vestigt zich hier in mei 1920.
In 1941 gaat het huis over aan zijn zoon Josef Hendriks (1907-2002) die het tot 1970 in bezit heeft.
Dan draagt hij het over aan zijn zoon .
De boerderij werd eerst bewoont door de familie Geene, daarna door de fam. Overbeek.
De boerderij was in het beheer van, Van Landschot uit Den Bosch. Rond deze tijd was de “beste kamer” van de boerderij ingericht als café. Het café heette destijds “De Roskam”. De boeren die met paard en kar onderweg waren, stopte hier om een borrel te drinken.
In 1918 werd de boerderij door de vader van Jo Hendriks gekocht. Jo was 11 jaar toen hij op Hapsedijk 6 kwam wonen. De ouders en Jo Hendriks en zijn vrouw Drika Hendriks-Willems hadden melkvee en grond, waarop ze landbouwgewassen verbouwde. Jo en Drika kregen 8 zonen, waarvan Herman derde in de rij was.
De heer en mevrouw Hendriks-Willems 1989
In 1945, aan het einde van de oorlog, kwam er een vliegtuigbom voor de boerderij tot ontploffing. De bom werd waarschijnlijk, voor het inzetten van de landing, op Volkel, door een Engelse piloot gedropt. De schade aan de boerderij was aanzienlijk en werd provisorisch hersteld.
In 1956 werd het achterhuis en in 1957 het voorhuis afgebroken en opnieuw herbouwt. De boerderij is sindsdien aan de buitenkant niet meer veranderd.
In de oorlog werd ook de brug over de afwateringssloot bij de familie Hendriks, door de Engelse soldaten opgeblazen, om de terugtocht van de Duitse soldaten te verhinderen. De brug werd na de oorlog weer opgebouwd met prachtige brugmuren. De brugmuren zijn tijdens een militaire oefening, door een tank zwaar beschadigd. Een aantal jaren geleden zijn de brugmuren vervangen, door de huidige balustrades.
Op 6 januari 1970 (trouwdag) hebben Herman en Dina het bedrijf van vader Jo en moeder Drika overgenomen. Herman en Dina hebben een zoon John en een dochter Miranda en zijn trotse opa en oma van 4 kleinkinderen.
Anno 2014 bestaat het bedrijf nog steeds uit melkvee en landbouw. Een mijlpaal in hun werk als melkveehouder is koe Mirjam.
Van 15-03-1987 tot 30-04-2001 gaf koe Mirjam, 100.000 kg melk.
Herman is namens Sint Hubert 25 jaar bestuurslid geweest van de zuivelcoöperatie Campina.
John heeft samen met zijn ouders een maatschap in het melkvee-en landbouw-bedrijf. Hij maakt deel uit van de ZLTO en zet zich in voor de verduurzaming van de agrarische sector. De ZLTO wil een educatieve wandelroute aanleggen in onze agrarische omgeving