Klompenmakersweg 16
De eerst bekende eigenaars van dit huis waren Anthonij Hermans (1785-1865), winkelier te Mill, Jacobus Verbruggen, schoenmaker, en zijn zuster Maria Verbruggen, ook woonachtig in Mill.
In 1846 verkoopt Anthonij Hermans het onroerend goed voor fl 400 aan Willem Klomp (1788-1848). Willem Klomp is in 1813 getrouwd met een schoonzuster van Anthonij Hermans, Maria Anna Verstraaten (1786-1867). Sinds 1825 is Willem Klomp woonachtig in Sint Hubert en heeft hij het huis waarschijnlijk eerst gehuurd en pas in 1846 gekocht.
In 1855 wordt de nalatenschap ter waarde van fl 3100 van Willem Klomp verdeeld onder de echtgenote en zijn vijf nog in leven zijnde kinderen. De oudste zoon Peter Klomp (1818-1880) wordt eigenaar van het onroerend goed.
Peter Klomp is in 1895 getrouwd met Helena Smits (1820-1883) ; het echtpaar krijgt vier kinderen, waarvan er twee op zeer jonge leeftijd komen te overlijden.
In 1886 wordt de nalatenschap van Willem Klomp verdeeld onder beide zoons Wilhelmus (1857-1912) en Martinus (1860-1943). Martinus trouwt in 1890 met Wilhelmina Gerrits (1860-1935) en gaat het huis bewonen, samen met zijn ouders en schoonouders. Daar worden negen kinderen geboren.
Na het overlijden van Martinus vindt in 1944 de verdeling van de nalatenschap plaats.
Het onroerend goed valt toe aan drie van de dochters. Maria (1895-1955), Regina (1899-1994) en Petronella (1895-1952).
Na het overlijden van Regina wordt het huis bewoond door haar neef Cornelis Klomp die het verbouwde tot 2 woonhuizen.