Koekoekseweg
Het gebied wordt genoemd de koekoek, deze naam is al vanaf 1850 bekend als toponiem.
De koekoeksvogel met 127 soorten komt overal in de gematigde klimaatzone en tropische streken voor. Alle soorten hebben een slank lichaam, een lange staart, een naar omlaag gekromde snavel en spitse vleugels. Het mannetje roept een helder geluid o.a.”koek-koe”, het wijfje laat een snel en “hinnekend gelach” horen. De soort is polygaam. Het wijfje deponeert de eieren steeds in het nest van een bepaalde zangvogelsoort (broedparatisme). Met telkens een dag tussenruimte worden de ca. 15 eieren elk afzonderlijk in een nest gelegd. Het nog kale en blinde jong, dat na 12 à 13 dagen uitkomt, wipt vrijwel onmiddellijk de eieren of andere jongen over de nestrand. Het voedsel van de volwassen koekoek bestaat uit allerlei insecten met voorkeur naar behaarde rupsen. Onze koekoek lijkt in de vlucht veel op een sperwer of torenvalk. Het winterkwartier van de koekoek ligt in tropisch en zuidelijk Afrika.