Pastoor Jacobsstraat 18
In 1823 overlijden de echtelieden Peter Lamers (ca. 1734-1823) en Maria Jans (ca 1731-1823). Uit zijn eerste huwelijk met Maria Albers had Peter zes kinderen.
In 1824 verkopen de kinderen het onroerend in een openbare verkoop; een van de kinderen, Lambertus Peter Lamers (ca. 1779-1824), koopt het huis op de Pastoor Jacobsstraat 18 voor fl 470. Hij is getrouwd met Maria Dominicus.
Na het overlijden van Maria (datum onbekend) verkopen de kinderen het huis aan Hendricus Maassen (ca 1784-1857), leiendekker. Hij is getrouwd met Peternel Emons. (ca 1770- 1849) Uit het huwelijk wordt een dochter geboren: Maria Maassen (1812-1872).
Na het overlijden van Hendricus komt het onroerend goed in bezit van de dochter Maria. Zij is in 1834 getrouwd met Willibrordus van Tienen (1805-1877).
In 1877 wordt de nalatenschap van Willibrordus verdeeld en zijn zoon Gerardus van Tienen (1850-1932) krijgt het huis toegewezen. Uit zijn huwelijk in 1878 met Theodora Raaijmakers (1851-1925) worden zes kinderen geboren, waarvan er slechts twee de volwassen leeftijd bereiken.
In 1919 verhuist Gerardus naar Oploo en hij verkoopt het huis aan Johannes Wilhelmus Vloet (1896-1971), woonachtig op Grootvenseweg 26.
In 1924 koopt Marinus Heesakkers (1885-1925), metselaar, het huis. Marinus is een jaar eerder getrouwd met Maria Kremers ( 1884-1975). Uit dit huwelijk worden twee kinderen geboren.
Omstreeks 1925 wordt het pand gesplitst in twee woningen. Waarschijnlijk is de andere woning (Pastoor Jacobsstraat 20) betrokken door de ouders van Marinus Heesakkers.
In 1950 wordt het pand verkocht aan de broer van Maria Kremers, Theodorus Kremers (1906-1984). Hij is in 1938 getrouwd met Josephina van Duren (1909-1998).
Later is het huis opgesplitst in twee huizen, waarvan in 1 een zoon van Kremers woont en in het andere daar een dochter van.