Pastoor Jacobsstraat 39
De eerst bekende bewoner van Pastoor Jacobsstraat 39 is Anna Maria Willems van de Kolk (ca 1771-1855), weduwe van Cornelis van den Heuvel (1769-1826). In 1793 zijn zij getrouwd en uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren.
In 1848 wordt Peter van den Broek (1787-1852) eigenaar van het pand. Hij is in 1818 getrouwd met Maria van den Heuvel (1769-1826) de oudste dochter van Cornelis.
In 1868 verkopen de erfgenamen van Peter van den Broek het huis aan Gerardus Gerrits (1801-1876).
Adrianus van Mierlo (1834-1910), in 1868 getrouwd met Anna Catharina Gerrits (1829-1898), een dochter van Gerardus Gerrits, wordt in 1888 de volgende eigenaar.
Hij verkoopt het pand nog in hetzelfde jaar aan Martinus van Tienen, (1844-1904), timmerman. Hij heeft naar alle waarschijnlijkheid ook in dit huis gewoond. Van de families van de Broek en Gerrits staat dit niet vast. Martinus van Tienen is in 1874 getrouwd met Petronella Willems (1847-1883). Uit het huwelijk worden zes kinderen geboren; na de geboorte van het jongste kind in 1883, overlijdt Petronella. In 1891 hertrouwt Martinus met Anna Maria Gussen (1844-1912).
In 1908 koopt Willem Selten (1872-1950), mandenmaker/winkelier, het huis.
Willem is in 1913 getrouwd met Elisabeth Linders (1883-1939). Het echtpaar krijgt drie kinderen.
In 1956 wordt het huis gesloopt en wordt er een nieuw huis gebouwd. In dat zelfde jaar wordt zoon Jacobus Selten (1917-1991), kapper, eigenaar van het huis. Hij is getrouwd met Petronella Ermers (1919-2001). Uit dit huwelijk worden zes kinderen geboren.
Willem Selten staat voor het huis.
Schotse militairen samen met Willem Selten voor het huis aan de Pastoor Jacobsstraat 39.