Pastoor Jacobsstraat 40
In 1802 koopt Arnoldus Willems (1740-1809) een perceel grond van de gemeente Mill.
Dit perceel lag oostelijk van de schutsboom van de gilde. De gilde had destijds een perceel grond van ca 690m2, gelegen aan de kruising Pastoor Jacobsstraat- Lange Schoolstraat. (Lemmen).
Arnoldus is in 1788 getrouwd met Maria Anna Pluk (1763-1844). Uit dit huwelijk worden vijf kinderen geboren. In 1836 wordt het onroerend goed gesplitst tussen de twee zonen: Hermanus Willems (1805-1860) en Wilhelmus Wolterus Willems (1800-1862).
Wilhelmus is in 1830 getrouwd met Theodora Maria van Tienen (1811-1878). Zij krijgen dertien kinderen.
In 1877 wordt de nalatenschap van Willem verdeeld en dochter Petronella Willems (1847-1883), in 1874 getrouwd met Martinus van Tienen (1844-1904), krijgt het huis toegewezen. Uit dit huwelijk worden vijf dochters geboren.
In 1885 verkoopt Martinus het huis aan de vier ongehuwde kinderen van zijn overleden oom, Hermanus Willems(1805-1860). In 1887 wordt een van deze kinderen, Cornelis Willems (1839-1929) de eigenaar.
In 1922 wordt het huis verkocht aan Hermanus Verbruggen (1861-1938), smid.
De vier kinderen Willems blijven hier wonen totdat Cornelis Willems in 1929 als laatste komt te overlijden.
Dan wordt het huis verkocht aan de familie Bus. In 1929 gaat Johannes Bus (1864-1950) (Spoorweghuisje Scheiwalweg) het pand bewonen. Hij is in 1888 getrouwd met Hendrica Peters Gagel (1866-1932).
In de jaren veertig wordt zoon Antonius Bus (1902-1980) hoofdbewoner van het huis.
Antonius is in 1942 getrouwd met Joanna Lenkens (1896-1980). Zijn eerste vrouw, Gertruda Arts , is een jaar eerder overleden.
In 1966 wordt het huis afgebroken en worden er op het perceel twee bungalows gebouwd (40 en 40a).
In een van deze bungalows gaat de dochter van Antonius Bus met haar man wonen.
Pastoor Jacobsstraat 40a
Bewoont door A.Bus Lenkens daarna familie H. Rutten de Wit.