Pastoor Jacobsstraat 61
In 1784 overlijdt Maria Adriaan Kempen, sinds 1763 echtgenote van Arnoldus Willems.
Er bestaat een acte uit 1796 waarin de erfgenamen van Maria o.a. de helft van een boerderij in Sint Hubert verkopen aan Arnoldus Willems (1740-1809) en zijn tweede echtgenote, Mariana (Maria Anna) Pluk. Naar alle waarschijnlijkheid gaat het hier om het pand Pastoor Jacobsstraat 61
In 1788 hertrouwt Arnoldus met Maria Anna Pluk (1763-1844). Uit dit huwelijk worden vijf kinderen geboren.
In 1837 wordt de nalatenschap van Arnoldus Willems door zijn weduwe verdeeld onder de vijf kinderen. De twee zonen erven het onroerend goed:
Hermanus Willems (1805-1860) krijgt Pastoor Jacobsstraat 48 toebedeeld. (zie aldaar).
Wilhelmus Willems (1800-1862) wordt eigenaar van Pastoor Jacobsstraat 61.
Wilhelmus is in 1830 getrouwd met Theodora Maria van Tienen (1811-1876).
Zij krijgen dertien kinderen. In 1877 wordt na het overlijden van Theodora Maria de nalatenschap verdeeld. (zie Pastoor Jacobssstraat 40, 48 en 59).
Het huis op dit adres wordt eigendom van dochter Egberdina (Ardina) Willems (1843-1888). Ardina is in 1874 getrouwd met Mathijs Fleuren (1844-1933). Het echtpaar kreeg acht kinderen . Ardina overlijdt een paar dagen na de geboorte van haar jongste dochter.
In 1889 verkoopt Mathijs Fleuren het huis aan Martinus Nabuurs (1850-1904). In datzelfde jaar wordt het huis afgebroken. In 1912 wordt het huis opnieuw opgebouwd door de weduwe van Martinus, Petronella Thijssen (1859-1935). Zij gaat het pand ook bewonen.
In 1920 verkoopt Petronella het onroerend goed aan haar zoon Johannes Antonius Nabuurs (1893-1973). Hij is in 1914 getrouwd met Johanna Verbroekken (1894-1973). Uit dit huwelijk worden dertien kinderen geboren.
In 1938 wordt het huis verkocht aan Petrus Jacobus van Kempen (1888-1976). Na zijn overlijden blijft zijn huishoudster Maria van der Cruijsen het huis een aantal jaren bewonen.
In 1984 wordt het huis verkocht aan Henk Wagelmans. (1950-199) later verkocht aan huidige bewoners