• <<< Terug

Het Duits lijntje

Het Duits lijntje betreft het baantraject van Boxtel naar Wesel in Duitsland. Het traject werd aangelegd tussen 1870 en 1874. Deze spoorlijn werd destijds aangelegd door de Noord Brabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappij, afgekort N.B.D.S. Het eerste gedeelte in Duitsland werd in 1874 in gebruik genomen. Het gedeelte van Goch naar Boxtel werd in 1878 in gebruik genomen. De lengte van Boxtel naar Wesel is 93 km. Door de aanleg van dit spoorverbindingstraject kon men van Londen per boot naar Vlissingen. Dan kon men per trein zonder overstappen naar Berlijn, Sint Petersburg en Vladivostok reizen. Deze treinen waren de zogenaamde D-treinen. Gedeelten van dit traject waren dubbelsporig. Om een idee te geven van de belangrijkheid, steeg het aantal passagiers van bijna 200.000 in de beginjaren naar 876.213 in het jaar 1913. Vorsten en tsaren maakten gebruik van deze spoorverbinding. Het spoor was ook belangrijk voor het postverkeer in Europa. De Blauwe Brabander, een stoomlocomotief met 3 aandrijfassen en 2 stuurassen, trok deze treinen met snelheden tussen de 120 en 140 km per uur. Naast een vlotte verbinding van het Land van Cuijk met de rest van Brabant, was het spoor ook belangrijk voor het goederenvervoer. Kolen, kunstmest, graan, aardappelen en nog vele andere producten werden per trein vervoerd.

De Eerste Wereldoorlog, waar Nederland neutraal bleef maar Duitsland in oorlog was met bijna heel Europa, bracht een einde aan het internationale verkeer. In 1925 ging het Nederlandse deel van de lijn over naar de Staats Spoorwegen, de latere N.S., en het Duitse gedeelte naar de D.R.G., Deutsche Reichsbahn Geselschaft. Bij de inval van de Duitsers op 10 mei 1940 werd de spoorbrug bij Gennep onbeschadigd ingenomen. Een Duitse pantsertrein met een groot aantal militairen kwam ongestoord door de Peel-Raamstelling. De aspergestelling op de plek waar het spoor het defensiekanaal kruist, stond niet in werking. Nadat deze trein de soldaten bij de Zeelandse halte had gelost, reed hij terug richting Duitsland. Nu stond de stelling wel in werking. Hierdoor ontspoorde de locomotief en een aantal wagons. In het vuurgevecht dat hierbij ontstond, sneuvelden ook enkele Nederlandse soldaten. In 1944 bij de terugtocht lieten de Duitsers de brug over de Maas bij Gennep springen. De provinciale weg Uden-Gennep loopt nu over het tracé van de oude spoorbrug. Vanaf de bevrijding op 17 september 1944 is er geen personenvervoer meer naar Duitsland. In gedeelten is ook het personenvervoer op het Nederlandse deel van de lijn gestopt. In 1972 reden de laatste goederentrein van kruispunt Beugen naar Mill.

Het Duits lijntje (vervolg)

Zoals men kan zien is het gedeelte tussen Scheiwalweg en Achterdijk hoog gelegen. Dit komt omdat dit gebied in de wintermaanden vroeger vaak onder water kwam te staan. De grond die voor het ophogen nodig was werd gehaald uit de brede spoorsloot. Bij hoog water in 1926 stortte de brug over de St. Anthonisloop in toen er een trein over kwam. Zowel aan de Scheiwalweg als aan de Achterdijk stonden spoorwachterhuisjes. Meestal werkte de man aan het spoor en de vrouw fungeerde als spoorwachter. Als de trein met de stoomfluit aangaf dat de trein in aantocht was, ging zij met een rode vlag voor de overweg staan.

Wat is er nog te zien van de oude spoorweg? In Haps staat op de plaats van het oude station nog een seinpaal. In Mill staan nog 2 spoorwachterhuisjes. Het station van Mill is omgebouwd tot Jongerencentrum. Er liggen nog een paar meter rail, een stukje loswal en een mooi kunstwerkje dat het spoor symboliseert. Even buiten Mill ligt nog de gerestaureerde aspergestelling. Hier viel op 10 mei 1940 een Duitse pantsertrein in het defensiekanaal toen hij terugreed richting Duitsland. De nieuwe functie van de oude spoorlijn. Thans is het Duits lijntje een verbindingszone en hij heeft als zodanig heel wat te bieden. De houtopstand biedt veel mogelijkheden voor veel vogelsoorten. Regelmatig vliegt hier een buizerd en ook de torenvalk. Van de diersoorten is de “das” het meest opmerkelijke dier. Grote stukken van de oude spoorlijn zijn verzakt door de dassentunnels. De das is een nachtdier en je zult hem overdag nooit zien. Ook de vos is een van de voorkomende diersoorten. Hij vindt zijn prooi vooral in de konijnen. In de vele poelen zitten padden, kikkers en hagedissen. Ook reeën houden zich hier vaak schuil. Met een beetje geluk kan men die zien in de vroege morgen of in de avondschemering. De diverse bomen en struiken samen met de vele plantensoorten maken ook thans het Duits lijntje interessant.

Reacties zijn gesloten.