• <<< Terug

Hollanderbroek of Tongelaarbroek

Waarschijnlijk zeggen deze benamingen de huidige inwoners van Sint Hubert helemaal niets. Een enkeling kent misschien de naam Hollanderbroekstraat in Mill waar de families v.d. Cruijsen wonen. Toch is de ontginning van het Hollanderbroek van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling en de groei van ons dorp.

Een stukje oude geschiedenis. In 1308 geeft Hertog Jan I van Cuijk een groot deel van de gemente in bruikleen gegeven voor ontginning. (gemente, ook wel gemeente of meenten genoemd, waren onontgonnen gronden waar iedereen, al of niet tegen vergoeding vee of paarden mochten weiden. Het IJzerbroek en Sint Hubertsbroek waren aanvankelijk ook zulke gronden). De ontginning werd ter hand genomen door Hollanders uit het westen van het land. Vandaar de naam Hollanderbroek. De ontginning ging op dezelfde wijze als de ontginning van de veengebieden in het westen. Men maakte lange smalle percelen met sloten er langs. Deze sloten voerden het water af naar een wetering, een brede en diepe sloot die het water verder afvoerde naar de Lage Raam. Als maatvoering voor de oppervlakte hanteerde men de Hollandse morgen. Voorbeeld is nog de boerderij De Tien Morgen aan de Broekkant in Beers.

Om welk gebied gaat het hier precies. We beginnen op de Pastoor Jacobsstraat bij de ingang van tennisveld De Sluis. Destijds begon hier de Achterdijk. De bochten in deze weg zijn ooit ontstaan door vroegere dijkdoorbraken. Dit was tot voor kort nog te zien aan het materiaal in de grond tussen Pieter Gerrits en Jan Wientjens. We volgen de Achterdijk tot bijna aan Tongelaar, de dijk maakt dan een bocht naar het westen en heet daar Hogendijk. We gaan terug over de Roijendijk, Vissteeg, Krommendijk, Beerseweg, Kolkweg, Voordijk tot de plek waar we gestart zijn. Het tussenliggende gebied is het Hollanderbroek. De Wetering begon tussen P.Gerrits en J. Wientjens ongeveer 200m vanaf de weg. Onder de oude spoorlijn ligt nog de gewelfde duiker die het water afvoerde. Bij van Schipstal op Tongelaar kwam de wetering in de Lage Raam. De Achterdijk en de Hogendijk waren echte dijken die het hoge water van de Beerse Overlaat moesten tegenhouden.

Omdat dijken onderhoud vragen richtte men een waterschap op met een richter en heemraden. Zij vormden het bestuur van het gebied en hadden een aantal bevoegdheden net als de Schepenbanken. Zeker is dat een aantal Sint Hubertenaren deze ontginners als voorouder hebben. Deze ontginning leverden honderden hectaren vruchtbare grond. Het is dan ook niet verwonderlijk dat langs de bovengenoemde dijken veel boerderijen staan die tot de oudste van onze gemeente horen. Door de ruilverkaveling zijn kavelvormen deels gehandhaafd. Wel zijn de percelen breder geworden en is de wetering in westelijke richting verlegd. Ook de afvoer vanaf de wetering is veranderd, ze mondt nu uit op 2 plaatsen in de Lage Raam, bij Weren aan de Achterdijk en bij van Schipstal. Waarom begonnen we bij De Sluis. Tot de reconstructie van de Pastoor Jacobsstraat lag hier onder de weg een duiker voor de afvoer van het water uit de Rode beek. Ooit vormde deze duiker een sluis die bij hoog water kon worden afgesloten.

Reacties zijn gesloten.